Geplaatst op 17:06h
in
Publicaties
door Marc de Gruijl
Graag wil ik de gemeenten en (jeugdhulp)aanbieders aanmelden voor hulp: ze hebben namelijk moeite om samen te spelen. Hoewel ik vrij zeker weet dat dit geen vinkje in de DSM oplevert, beginnen er zich wel ernstige consequenties van deze gedragsstoornis voor te doen. In een eerder artikel van 22graden hebben wij al gesproken over de mythe van het budgetplafond en de huidige praktijk lijkt ons standpunt te bevestigen: een budgetplafond leidt tot schijnveiligheid en onwenselijke situaties. Als ik de landelijke media mag geloven is inmiddels zo’n beetje overal het geld op en zit iedereen aan het budgetplafond met als meest recente uitschieter de gemeente Almere. Tegelijkertijd zien we dat het Rijk nog als enige bestuurslaag in Nederland heel hard vasthoudt aan schotten en een staatsecretaris (Van Rijn) die inmiddels én de gemeenten én de aanbieders lijnrecht tegenover zich weet.
De speeltuin is inmiddels omgetoverd tot een mijnenveld waarboven een loopgravenoorlog lijkt te worden gevoerd. Omdat ik denk dat samenwerken begint met elkaar begrijpen en het in elkaar inleven doe ik hieronder een poging om de partijen wat dichter bij elkaar te brengen en zal ik eindigen met een aantal speeltips.
Beheersbaarheid van budgetten
Om te starten met een vergelijking: vanaf morgen bepaalt uw linkerbuurman dat u verantwoordelijk wordt voor de dagelijkse boodschappen van uw rechterbuurman. De rechterbuurman weet dat toen hij nog boodschappen deed dat hij daar €100,- voor kwijt was. Maar omdat de boodschappen nu door u worden gedaan, en u dichterbij woont, kan dit voortaan voor €80,-. Afspraak is wel dat als de buurman aangeeft boodschappen nodig te hebben dat u die dan ook moet kopen. Ongeacht of dit reëel is binnen die €80,-. Vervolgens is er nog de overbuurvrouw. Omdat zij altijd uit het raam kijkt heeft zij goed zicht op de benodigdheden. Als zij aangeeft dat er bepaalde boodschappen moeten komen dan moet u die ook halen. Na een paar maanden komt u er al achter dat dit ongeveer 70% van de boodschappen betreft.
Dit lijkt een kinderachtig voorbeeld maar vervang de woorden buurman voor rijk en jeugd en de overbuurvrouw voor medisch specialisten en u weet welke opdracht er is gegeven aan de gemeenten in Nederland. Ze worden geacht om 20% te bezuinigen terwijl ze maar over 30% van de inzet iets te zeggen hebben. En dat terwijl ze over 100% van het budget verantwoording moeten afleggen. Dan kunt u de gemeenten toch bijna niet kwalijk nemen dat zij zoeken naar enkele vormen van houvast. Er is namelijk geen reden om aan te nemen dat andere kosten van de publieke taken van gemeenten dalen of dat er meer inkomsten zullen zijn. Dat gemeenten er vervolgens voor kiezen om dit te doen in de vorm van een onhoudbaar budgetplafond is een andere.
We moeten allemaal bezuinigen
Beste aanbieders van Nederland: uw belangrijkste financier moet het met 20% minder geld doen. Dan kunt u toch wel een beetje helpen? U kunt toch wel ergens op zoek naar een besparing? Sommige organisaties blijken hier wel toe in staat. In de uitzending van Zembla over Pleegzorg bleek dat organisaties ervoor kiezen om te bezuinigingen op de Jeugdhulp zelf. Hoewel de interviewer nog de goede vraag stelde aan de directeur: “heeft u zelf overwogen om uw werk vrijwillig te gaan doen?” kwam hier slechts een draaiend en stamelend antwoord op. Het was immers inherent aan de bezuinigen van de gemeente. Hier loopt de redenatie in mijn ogen helemaal mis: de gemeenten hebben minder geld te besteden voor dezelfde zorg als voorheen. U krijgt als organisatie minder geld, dat klopt, maar nergens staat dat u dit ten koste moet laten gaan van hulpverlening. Sterker nog: liever niet. U maakt zelf de keuze waar u die besparing op gaat halen. Dat kunt u ook doen op overhead, gebouwen, lease-auto’s etc etc. U kiest ervoor om de kosten 1 op 1 door te berekenen aan de kinderen in Pleeggezinnen. Ik vind dit niet de juiste betekenis van ‘alles voor het kind’. Ik vind dat meer chantage over de rug van kinderen.
Marktwerking via aanbesteding
In Nederland hebben we een publiek stelsel georganiseerd dat zich richt naar wettelijke maatstaven. Maatstaven die ertoe moeten leiden dat we schaarse middelen zoals geld eerlijk verdelen binnen onze samenleving. Op basis van die wetgeving en Europese wetgeving zijn gemeenten verplicht om inkoop te doen via een aanbesteding. Dat is geen zelf gekozen methode maar een opgelegde methode waarbij het van veel gemeenten de wens is om zoveel mogelijk ruimte te laten maar de werkelijkheid bij rechterlijke toetsing juist lijkt te liggen op zo strak en duidelijk mogelijk geformuleerde regels en doelstellingen. En als gemeenten proberen om daar de vrijheid in te zoeken en ruimte te maken voor aanbieders door bijvoorbeeld te gaan werken met prestatieafspraken blijkt dit wettelijk niet toegestaan.
Dat deze manier van inkopen gepaard gaat met een enorme hoeveelheid papier, regels en procedures daar zijn alle gemeenten in Nederland zich van bewust en delen zij waarschijnlijk de mening dat dit niet de beste manier van inkopen van kwalitatief goede zorg is. Ook hier is het moeilijk om de gemeenten dit aan te rekenen, zij houden zich immers aan landelijke en Europese wetgeving. Toch zouden we hier en daar in Nederland wat meer lef mogen verwachten in deze toepassing. Ambtelijke ongehoorzaamheid lijkt een beschamend woord te zijn geworden en het volgen van regels en procedures lijkt het devies, ongeacht tot welk resultaat dit leidt, iets wat gemeenten in Nederland zich mogen aanrekenen.
Dan ook hier aan de kant van de aanbieders: u hoeft niet mee te doen aan aanbestedingen waarvoor het tarief te laag is. Als u staat voor kwalitatief goede jeugdhulp dan heeft u beeld wat daarvoor nodig is en wat dit kost. Als een gemeente daar een te laag tarief voor geeft dan moet u gewoon ‘nee’ zeggen. Dat vergt kennelijk een dappere bestuurder want het gebeurt te weinig. Als u hulp wilt bieden dan zult u er eerst voor moeten zorgen dat uw onderneming blijft bestaan. En als u €75,- per uur krijgt voor iets dat u €85,- per uur kost dan gaat u failliet en kunt u aan niemand meer zorg bieden. Met wel ‘ja’ zeggen en vervolgens halverwege aangeven dat u failliet gaat maakt u de situatie voor niemand beter.
Informatieverstrekking
In de Nederlandse politieke situatie zijn gemeenten maar voor een heel beperkt deel zelf verantwoordelijk voor hun inkomsten. Het overgrote deel komt uit het gemeentefonds en is geld dat door het Rijk beschikbaar wordt gesteld voor het uitvoeren van een publieke taak. Om te kijken of dit op een rechtmatige en effectieve manier gebeurt, maakt het rijk gebruik van accountantscontroles. Omdat het publiek geld betreft (betaald vanuit bijvoorbeeld de inkomstenbelasting) moeten gemeenten verantwoording afleggen over hun bestedingen.
Toen in 2014 de Jeugdhulp overkwam naar de gemeenten was er geen tot weinig inzicht in de volumes. Niet het aantal cliënten, niet het aantal trajecten, niet het budget dat er nu specifiek mee gemoeid was en niet het aantal instellingen. Op basis van die constatering niet zo gek dat de kosten van de AWBZ en Jeugdzorg volledig uit de hand liepen. Helaas is er wel vanuit die aanname gewerkt aan een nieuw stelsel. Er is een landelijk berichtenverkeer gemaakt dat aangesloten is op het medische berichtenverkeer van VECOZO. Zoals veel van de ICT projecten de afgelopen jaren gaat dit verre van vlekkeloos. Automatisering werkt half, niet alle gemeenten hanteren dezelfde procedures en codes en niet alle gemeenten zijn op dezelfde en goede manier aangesloten. Dit leidt ertoe dat aanbieders die voor verschillende gemeenten werken ook verschillende gegevens moeten aanleveren. Een ultieme en begrijpelijke frustratie voor aanbieders van hulp: allemaal tijd die niet aan de cliënten wordt besteed. Aan de andere kant slaat dit helaas ook door in het feit dat er instellingen zijn die zelfs geen basisgegevens kunnen of willen verstrekken. En als ik het over basisgegevens heb dan gaat het over: BSN, behandeltraject en (geschatte) duur van het behandeltraject. Dit lijken mij gegevens die voor de eigen bedrijfsvoering ook noodzakelijk zijn. Facturen moeten worden ingediend om betaald te worden en de gemeenten moeten enige inzicht hebben in de hulp waarvoor ze betalen.
Wat mij het meeste steekt in bovenstaande uiteenzetting is dat het er voor mij toch alle schijn van heeft dat dit op te lossen is door over je eigen schaduw heen te stappen en met elkaar in gesprek te gaan. Ik heb hiervoor een aantal speeltips opgeschreven:
- Stop met elkaar zwart en verdacht maken in allerlei media;
- Bedrijfsvoering is geen vies woord maar noodzakelijk voor de continuïteit;
- Aanbestedingen zijn een leidraad, geen levensmotto;
- Er bestaat geen onophoudelijke geldbron;
- Ook jeugdhulp is een publieke taak met publiek geld waar verantwoording over moet worden afgelegd en jeugd is niet belangrijker dan ouderen, wegen of groenvoorziening maar gewoon een ander beleidsterrein met een eigen budget;
- Professionals in de jeugdhulp zijn prima in staat om kwalitatief goede hulp te verlenen en dit naar eigen inzicht in te zetten;
- Niemand wordt ergens toe gedwongen;
- We hebben meer met elkaar gemeen dan je veronderstelt, vraag er eens naar!
Iedereen staat voor één en dezelfde opgave: kwalitatief goede jeugdhulp bieden tegen een maatschappelijk verantwoorde prijs. Laten we stoppen met het in de weg staan van hulpverleners bij zowel gemeenten en aanbieders die dag en nacht bezig zijn met ondersteuning van kinderen en naar beste eer en geweten met veel inzet, energie en compassie hun werk doen.
22graden kan voor alle partijen een rol spelen in het vormgeven van samenwerking, visievorming en implementatie. Geef ons gerust een belletje.